Weer een zomerse tocht vandaag.
Er is zelfs vraag naar een tropenrooster. Omdat we bang zijn dat het wisselen van tijdstip te verwarrend is, gaat dit idee niet door. Maar het weer is er wel naar. Gelukkig is het deze ochtend net iets koeler. Het wordt vandaag “maar” 27 °C.
Bij het vertrek om half negen is het in ieder geval nog maar 21 °C en dat is natuurlijk een prima starttemperatuur. Dan hoef je niet lang warm te rijden.
Ook vandaag zijn er een aantal renners die prima met de Sportgroep mee kunnen maar die toch met de Tourgroep mee gaan.
Jammer hoor, daar gaat het dan soms te hard en wij kunnen wel een paar mannetjes extra gebruiken. Dan hoef ik wat minder op kop :- ).
Wij vertrekken met vijven voor een rondje dat Martien kent en dat rond de 90 kilometer lang zou zijn. Mooi, dan zijn we net na elven thuis.
De jongeren Thijs en Willem blijken goed in vorm te zijn. Ze pakken veel kopwerk met behoorlijke snelheid. De wind zit Noord en beetje Oost en Martien stuurt richting Moerdijk. Maar hij gaat meteen al anders dan we gewend zijn. We rijden door Hooge Zwaluwe naar Lage Zwaluwe. Daar nemen we een klinkerweg naar Blauwe Sluis die ik wel ken maar niet vaak rij. Daarna rijden we toch echt naar de Moerdijkbrug. In de Dortse Biesbosch pikken we een zesde renner op. Hij blijkt bijna thuis te zijn, hij was wel volgens tropenrooster om 7:00 uur vertrokken. Even lijkt hij linksaf te slaan waar wij links gaan maar trekt toch zijn hand weer in om met ons mee verder te rijden. Hij vindt het wel lekker gaan zo en zijn vrouw ligt waarschijnlijk toch nog op bed. Hij draait ook lekker mee.
Opvallend is dat hij een fiets met stalen buizen heeft. Dat zie je niet zo veel meer. En een Rolls zadel, daar zweerde ik vroeger ook altijd bij maar ik zit nu ook op een met een gootje. Op een stalen ros kun je in ieder geval ook nog steeds mee merk ik.
Als hij ziet dat we uit Made komen, krijgt Martien een verwarrend gesprek over Flip Segeren die inderdaad ook bij ons fietst maar hij bedoelt wellicht die andere van onze Flip zijn Ome Toon? Ik kan het allemaal niet zo goed volgen.
We krijgen nu met de eerste echte intervaloefeningen te maken. Er is een wegblokkade in de Biesbosch en we draaien links. Maar Frans heeft zo te merken geen zin om ver om te rijden. Hij roept dat hij gewoon een auto ziet rijden op het geblokte stuk dus we moeten er door kunnen. We draaien weer terug. Er blijkt een grote buis over de weg te liggen en we moeten een soort bruggetje over. Heel stijl en ik val bijna stil. Met Frans in mijn wiel moet ik weer flink gas geven om de anderen in te halen. Tenminste, ik denk dat Frans in mijn wiel zit maar het blijkt dat die nog verder achter ligt.
Ik denk ondertussen dat Martien langs het wielerbaantje zal rijden en dan over Gorinchem terug, ideaal met deze wind. Maar nee, hij draait terug langs Dordrecht. Dan krijgen we te maken met allerlei weggetjes waar ik regelmatig langs rij, maar nooit in of door.
Zo komen we op een weg langs het water van de Dortse Kil en gaan over de tunnel heen. Dan rechts en dan recht er door heen.
Thijs heeft het eerste stukje gedaan maar dan komt Willem voorbij en ik er achteraan.
Dag Thijs, … niet dus. Die vindt zijn tweede adem en komt op het eind ons weer voorbij. Wat herstellen die jongelui toch snel. Martien begint nu echt te slalommen door weggetjes die nog onbekender zijn. Het is geen rondje van Martien maar spaghetti van Martien.
Met mijn bochtentechniek waarbij elke keer een gaatje valt, begint het nu een echte intervaltraining te worden. Dat is goed. Misschien helpt dat om nog iets beter te worden.
Ik werd afgelopen week op de klimmetjes van de Sallandse Heuvelrug tot 2 keer toe door een groep wielrenners uit het wiel gereden. Dat stond me niet aan.
Ik zal verder geen poging doen om verder uit te leggen hoe de route er uit zag deze zondag, want ik weet het echt niet meer. Kijk zelf maar even op Martien’s Strava kaartje hieronder.
Wat ik wel weet, is dat we uiteindelijk via de parallelweg langs de A16 bij Zevenbergsche hoek weer terugkwamen. Dat ging lekker. Maar in de polder werd nog even de wind schuin van voren.
Rond tien over elf rijden we de May weer binnen.
Ruim negentig kilometer op de teller.
Van de week eens kijken of ik nu wel die Tukkers aankan.
Groeten,
Ad.