Vorige week al meldde Thijs dat hij een leuke bestemming gevonden had in Roosendaal. Daar wilde hij de Sportgroep wel eens heen leiden. Dat was natuurlijk prima, een keer weer een andere leider en een andere route. Het zou naar Roosendaal gaan, dat is 40 km weet ik en dan met wat omrijden is 90-95 km de afspraak. Na de huldiging van nieuwe Rode Trui drager Rene, stapten we op voor dat ritje. Ik zie dat de harde kern van de Sportgroep er weer is. Dat zijn de zeven mannen die, als ze er zijn voor de snelheid gaan.
Tot onze verrassing vertrekt Thijs richting het oosten. Hij zal toch niet een ritje Rozendaal bedoelen?! Flip is helemaal van slag, want als ik ver in de Blockmekerstraat rijd, tel ik maar 6 man en omkijken leert dat hij er niet bij is. Heel in de verte komt hij er aan, compleet de start gemist blijkt als hij er weer bij is. Ik check even bij Thijs en het blijkt dat hij toch Roosendaal West-Brabant bedoelt. Gelukkig, ik vind het andere Rozendaal prachtig maar wel wat ver weg. Hij rijdt zo, om precies op 95 km te komen. Via Drimmelen worden we dan inderdaad wel westwaarts gedirigeerd. We passeren Moerdijk, Klundert en zitten op de bekende route naar Willemstad.
We hebben volle bak wind in de rug. Een goede Nispense amateur waar ik vroeger wel eens mee trainde, zei dat je het eigenlijk altijd zo moest doen voor de beste training; voor de wind weg en tegen de wind terug. Ik weet nog van toen dat ik het toen al niet het beste concept vond. Meteen naar snelheden boven de 40 en als je dan al moe bent (hij noemde dat goed “warm gereden”), tegen de wind terug: “Daar wordt je sterk van”.
Bij Tonnekreek gaat het linksaf via Zwingelspaan en Fijnaart naar Oud Gastel. Wind opzij maar nog straf tempo. Ongelofelijk vind ik het steeds dat we tegenwoordig zo makkelijk op hoge snelheid rijden. Net voor Oud Gastel zitten we nog op rond de 36 gemiddeld.
We rijden dwars door Oud Gastel en belanden op het industrieterrein Borchwerf. De anderen hebben nog geen idee waar Thijs heen gaat. Ik wel, maar heb echt geen idee waar dat wielerbaantje ligt waar hij het over had. Dat was er nog niet toen ik nog in Roosendaal en Nispen woonde. Op Borchwerf slaan we rechtsaf in een straat die ik niet ken. Op het naambordje staat Zachte Berm… rare naam. Na een paar honderd meter moeten we links en zowaar een wielerbaan. Met een circuit voor racefietsen, een MTB parcours en iets wat Thijs een “pumptrack” noemt. We zullen 5 rondjes van 1,1 km rijden op de achtbaan met viaductje in het midden. Dan ontwaar ik meteen de pumptrack. Ha, dat is zo’n baan met om de 5 meter een bult en als je dus met je BMXje na elk bultje je fiets naar beneden pumpt ga je gewoon vooruit, zelfs zonder trappen. Ik zie dat dat zelfs gaat met een stepje en op een skateboard. We gaan het maar niet proberen met de racefiets. Martien en Thijs gaan er ondertussen vandoor en John, Peter, Twan en Flip geloven het gelukkig wel en doen rustig aan. Na de finish stelt Thijs voor om een foto te maken van de kernploeg van de Sportgroep en we vinden een fotograaf die dat wel even wil doen.
Klaar voor de terugreis van dit rondje van Thijs.
Via Zegge, Bosschenhoofd rijden we langs het bekende Boschbad naar Hoeven. Dan door de polder naar de Goudbloemsedijk. De wegwerkers zijn nog niet klaar, maar we komen op het goede punt uit richting fietsbrug. Op flinke snelheid gaan we nu tegen de wind.
De mannen zorgen netjes dat ik een beetje uit de wind kan blijven en Martien is zelfs zo bezorgd (zag ik er niet goed uit of zo?) dat hij mij een “reep met veel suikers” aanbiedt. “Nee hoor, niet nodig, als ik wat mag schuilen achter je”. Bij Zwartenberg gaan we rechtdoor…… dat had nou niet gehoeven denk ik, maar dan komt Thijs mij iets met suikers aanbieden. Koffie met gebak bij den Elsakker vanwege zijn verjaardag morgen.
Dit keer sla ik niet af en dus zitten we even later op het terras. Uit de wind in de zon. Zalig, genieten op een van de laatste dagen van het jaar met terrasweer waarschijnlijk. Er wordt gezongen voor Thijs, “Lang zal tie leven…”, was dat wel coronaproof? Ik denk het wel want zo mooi was het niet en andere terrasgangers bleven prima op afstand. We worden gelukkig niet weggestuurd want het smaakt me goed. En ik ben weer helemaal opgeladen met suikers voor het laatste stuk. Op mijn vraag wie een stukje kan schrijven vandaag blijkt dat niemand echt tijd heeft om een stukje te schrijven deze week, dus doe ik het wel. Maar volgende week zal Twan het doen. Daarom zal ik alleen vriendelijke dingen over hem zeggen. Martien vond dat Twan vandaag als een “roofvogel” op zijn fiets zat. Geen aasgier hoor Twan, nee, een koningsadelaar.
Met 98 km op de teller komen we op de May aan. 3 km te ver maar na zijn traktatie vergeven we Thijs alles vandaag.
Ad