Op deze mooie nazomer-zondag staan er helaas maar 4 renners van de A bij het oude gemeentehuis. Op de vraag wie bij afwezigheid van Peter weet waar Achtmaal ligt, zeg ik dat wel te kunnen vinden. We vertrekken richting Zevenbergen. Omdat we weten dat Peter Broeders vast al zit te kijken waar we rijden via de GPS en andere satelliettechnieken, maak ik in Zevenbergen wat omtrekkende bewegingen zodat we hem af kunnen schudden. Als dat gebeurd is, rijden we snel door naar Oudenbosch om dan via de Zeg en de Langendijksestraat om Roosendaal heen te rijden. Weggetjes waar ik zo’n 35 jaar geleden heb leren fietsen van de Nispense cracks.
Er is waarschijnlijk een toertocht aan de gang want we komen honderden wielrenners tegen in grote ploegen. Langs café Jagersrust rijden we uiteindelijk Achtmaal binnen bij het alom bekende café Den Thuur.
Erop en erover; binnen 2 minuten zijn we het dorp al weer uit.
Wernhout en Zundert laten we links liggen via het buitengebied. Martien begint in te zien dat het best een lange tocht gaat worden. Bij het zien van een reclamebordje stelt hij voor even bij Diana aan te wippen, voor een bakje koffie. Ik vertel hem dat die waarschijnlijk nog of weer op bed ligt, en dus rijden we maar door. We rijden nu de ene na de andere groep voorbij. Dat gaat lekker, hoewel Kees met zijn koffiemolenverzetje flink aanspraak moet doen op zijn souplesse. Plots een zoevend geluid achter ons, een aerodynamische ligfietser komt ons voorbij.
Martien laat het er niet bij zitten en gaat er achteraan. Frans en ik volgen.
Dat ding gaat verdorie dik boven de veertig! Kees ziet het nut van achter een sigaar aan racen niet zitten en laat lopen. We wachten even en rijden verder op “normaal tempo”. Martien stelt tevreden vast dat het polyester projectiel eigenlijk niet meer uitloopt.
Hij heeft blijkbaar zijn kruit verschoten toen hij ons zonodig in moest halen. Hoewel het verleidelijk is om hem nu op onze beurt voorbij te gaan rijden, sla ik rechtsaf naar het viaduct over A16 en TGV bij Hazeldonk. Martien wil nog wel rechtsaf naar Strijbeek maar gezien mijn tellerstand stuur ik naar Galder. Even nog wat kasseien pakken, zeker als een mevrouw met hond op het iets beter lopende klinkerpaadje ernaast loopt. Op kasseien is het een voordeel om iets zwaarder te zijn en iets zwaarder te trappen. Aan het eerste kan Kees op zo’n korte termijn niks doen, aan het tweede wel maar dat ziet hij te laat in, hij stuitert uit ons wiel. Tijd om wat rustiger aan te gaan doen en de kortste weg naar huis.
Die leidt volgens Frans via de Kogelvanger, het bruggetje over naar Ulvenhout.
Dat doen we dus. Via Bavel, Dorst en Oosterhout komen we in Den Hout aan.
Daar kan ik concluderen dat mijn afleidingsmanoeuvres in Zevenbergen niet gewerkt hebben. Peter Broeders staat ons bij Den Heuvel op te wachten om te complimenteren dat we zonder hem toch Achtmaal gevonden hebben. Inderdaad Peter, we kunnen dat zonder jou ook hoewel we wat minder aanspraak hebben en ik verdorie nu elke week een verslag zit te schrijven…….
Ad