Het WTC seizoen loopt qua afstanden binnen de verschillende groepen zo rond deze tijd van het jaar naar een maximum. Waar we in maart beginnen met kleine ritjes, zijn we als sport nu aangekomen bij de 200+ km ritten. Zo ook bij de tourgroep, zij rijden een 100+ rit.
Uitgelezen routes voor een 200km rit zijn altijd De Proloog (Veluwe) en een rondje Zeelandbrug. Hoewel we er nog niet helemaal uit waren, kwam Curt met het idee om naar zijn vakantiehuisje in Renesse te fietsen, daar wat lekker baksels te eten en dan vervolgens (zonder Curt) weer richting De May te rijden. Met dit voorstel kon iedereen leven en Martien had nog een mooi route over Renesse in gedachte welke hij enkele jaren geleden met Frans Wessels had gereden. Deze werd voor de gelegenheid dan ook uit de stoffige archieven getrokken.
Feitelijk was alles in kannen en kruiken, alleen zat ik nog met een lastigheidje dat ik moest gaan feesten ter gelegenheid van Johan van Helmond zijn 60ste verjaardag. Dergelijke gelegenheden zijn gegarandeerd van overvloedige (alcoholische) versnaperingen en dit zou op z’n zachtst gezegd geen ideale voorbereiding zijn voor de rit. Om een lang verhaal kort te maken heb ik de beproeving redelijk door staan en vertrok ik rond 23.45 uur bij een prima feestje. Johan was wel wat teleurgesteld. Sorry Johan..
We vertrokken om 07.00 uur uit Made met 5 heren, te weten Curt, Twan, Martien, Johan en ik voor de grote reis richting zon, zee en wind.
Laatstgenoemde duwde ons lekker voort waarbij Twan en ik ons bij Wagenberg al afvroegen waarom we toch weer zijn ingestemd met een rit naar Zeeland terwijl er een stevig NO-wind stond. De Veluwe lag immers perfect ten opzichte van de wind! Nou ja… de Veluwe moeten maar even wachten totdat er ZW-wind staat.
Martien had berekend dat de rit 212km zou zijn. Zeker in de eerste 30 km vroeg ik me af hoe in hemelsnaam dit vol gefietst krijgt. De alcoholdampen kwam uit iedere porie van mijn lichaam en zeker de eerste 25 kilometer had ik koude handen. “Wat doe ik hier” was een gedachte die geregeld in mijn hoofd rondging.
Ook het genietmoment van het windmee-rijden kon ik niet vinden. Ik besefte me namelijk dat ik iedere kilometer wind mee moest betalen met een kilometer windtegen. Wind mee als straf in plaats van als beloning….
Zo net na Willemstad begon ik een beetje op te warmen en kwamen we op wat onbekender terrein. Ik begon wat meer op de omgeving te letten en zag dat John de rode leiderstrui aan had. Perfect passend bij de kleur van zijn fiets reed John zo trots als een pauw door het Zeeuwse landschap. Eindelijk was hij de leider! Ik heb zelfs begrepen dat hij ook slaapt in zijn rode trui, zodat hij in bed ook eens de leider kan zijn.
Zo’n gevoel van het zijn van een leider, heeft ook z’n nadelen. Zeker als men al erg lang leider is, dan gaat men zich als absoluut leider zien en dat is altijd fout. Poetin, Erdogan en Xi Jinping zijn hier goede voorbeelden van. Net als deze dictators heeft John hier last van dit fenomeen, zo rond Oude Tonge krijgt iedereen namelijk te verstaan dat John zich Führer wil laten noemen. Onderdanig dat we over het algemeen zijn bij de Sport, werd dit natuurlijk direct geaccepteerd. Bovendien: Befehl ist befehl!
Net voor Oude Tonge zouden we door een Zeeuws verwelkomscomité onthaald worden. Het betroffen de Zeeuwse fietsvrienden van Curt, welke ons verder Zeeland in navigeerde langs mooie wegen en fietspaden. Met name het fietspad langs de Grevelingen bij Herkingen was erg mooi. Gelukkig waren we hier relatief vroeg en hadden we daardoor geen last van andere fietsers (en zij ook niet van ons…)
Via Stellendam en Oud Dorp reden we de Brouwersdam over en werd Renesse aangedaan. Daar gingen we natuurlijk in het vakantiehuisje van Curt wat eten en drinken. Daar aangekomen bleek echter weinig sprake van een huisje. Het was meer een villa met alles erop en eraan. We snappen inmiddels dat Curt en Heidi elke weekend in Zeeland zitten. Na een High Coffee met bolussen, eierkoeken, krentenbollen, worstenbrood, cola, AA-drink, en nog meer koffie werd uiteindelijk, na een niet on op te merken toiletbezoek, de fiets weer bestegen voor het vervolg van de tocht waar iedereen al de hele dag tegenaan hikten. Curt bleef echter in Renesse en onze Zeeuwse escorte bleef ook grotendeels zitten door het zicht van een verlokkende trappist. Dit op 1 Zeeuwse renner na welke ons op een mooie Cannondale op de goede weg zette richting Neeltje Jans.
Curt & friend; hartelijk bedankt voor de gastvrijheid en al het lekkers. We komende graag nog een keer langs, bij voorkeur bij een westen wind. Uiteraard zijn jullie van harte welkom in Brabant om een keer mee te rijden.
In het vervolg van de rit ging het tot en met Neeltje Jans weer vlotjes wind mee. Het tij keer echter snel, want vanaf Kamperland was het ploeteren. De straffe NO-wind op de open vlakte van Noord-Beveland wist ons goed te vinden. Toch konden we aanvankelijk de wind nog goed weerstand bieden door met z’n vieren te draaien. Na de Zeelandbrug werd echter duidelijk dat we dit niet zouden gaan volhouden. Met langere kopbeurten werd nu de weg vervolgd Zeeland uit en werd het quintet aan bruggen compleet gemaakt met de Philipsdam. Na deze dam liet Martien mij nog de keuze om via Steenbergen of via de Oesterdam terug te fietsen. “Steenbergen!” luidde mijn antwoord resoluut.
Bij dit plaatsje aangekomen werd toch maar even gestopt voor wat drinken. Twan had zijn vocht inname schromelijk onderschat door maar 1 bidon mee te nemen, dus deze moest gevuld worden, evenals ieders bidon.
Onder het genot van een frisdrankje werd geconstateerd dat John voor 1 rit optimaal had kunnen genieten van zijn leiderstrui. Zo’n lange rit heeft de leiderstrui nog nooit (of toch zelden) afgelegd. Toch zag John hier niet de waarde van in. Hij was er klaar mee en eindigde met de woorden: “nou dit trui gaat gewoon naar Jantje Lensvelt, dan mag tie hem zelf wassen.” Ach ja, Führer zijn valt niet mee.
Vanaf Steenbergen waren het de laatste loodjes. Maar zoals altijd geldt dat dit de zwaarste zijn. Via Stampersgat werd terug naar De May gereden, waarbij Martien eigenlijk constant op kop reed en de rest strak in zijn wiel. Erg knap hoe Martien na lange afstanden nog steeds kracht over heeft om gedurende lange tijd op kop te rijden. Waar het voor Martien een prettige rit naar huis was, was het voor de rest meer een lijdensweg naar huis. Bij een plaspauze in Oudenbosch kreeg ik ook nog eens kramp in mijn linkerlies en bij de Driefhoefijzers kwam daar mijn rechterlies ook nog bij. Tja toen moest er natuurlijk even gerekt en gestrekt worden. Uiteindelijk werd na een kleine 225km rond 15.15 uur weer De May bereikt.
Terugkijkende op de rit moet ik constateren dat ik tot Steenbergen wel genoten heb van de rit. Na Steenbergen werd het een afstand die boven de 180km kwam en die afstand had ik nog niet in de benen dit jaar. Genieten was daarom eerder lijden geworden, maar goed, omdat iedereen het zwaar had heeft het weer maximaal bijgedragen aan de groepscohesie. Bovendien is dit natuurlijk allemaal nog een opmaat voor 2 juli waarin we de langste dag gaan rijden. Gerard en de ex-leider John organiseren dit. Wat mij betreft weer een prima initiatief vanuit de leden. Ik doe in ieder geval mee!
Thais