Vandaag een echte herfstrit. Als ik mijn fiets buiten zet, is het nog droog maar kort daarna vallen de eerste druppels. Dan toch maar het regenjasje van de Decathlon aangetrokken en op pad. Als ik de May binnen rijd, rijden Antoon en Piet voor me. Zo te zien hebben ze hetzelfde tenue aan als ik, dus de keuze zal goed zijn voor de rit van vandaag. Als we met z’n drieen aankomen bij het oude gemeentehuis is er nog helemaal niemand. Gelukkig verandert dat snel en is de opkomst nog redelijk hoog gezien het weer.
Met z’n zessen vertrekken we uiteindelijk voor een rondje richting Meerseldreef.
Ik wil het saaie rechte stuk tussen Wagenberg en Zevenbregschen-Hoek vermijden, maar dan moeten we langs de Haagse Beemden. Voor we bij de Haagse Beemden zijn, hebben we eerst nog de polder tussen de May en Traaie. De wind pal op kop en is het Piet, die met wat elektrische hulp, samen met mij de kop neemt. Het tempo is hoog, eigenlijk te hoog want ik tik al tegen mijn maximale hartslag aan en we moeten dus nog 65km. Gelukkig ben ik niet de enige en Ruud roept of het wat minder kan. Vanaf Terheijden rijden we enigszins wat beschut tegen de wind en rijden we naar de Haagse Beemden.
De fietspaden zijn hier goed, er zijn echter nogal wat verkeerslichten. Piet heeft dat gedeelte wat aangepast en opeens kunnen we gewoon doorrijden want de verkeerslichten worden vermeden. Dat moet ik onthouden, op mijn winterrondje kom ik hier redelijk vaak, maar nog nooit deze route gereden.
We kunnen de Haagse Beemden bijna achter ons laten als Piet lek rijdt. Op zich geen probleem om een achterbandje te vervangen, maar de CO2-pompjes werken niet mee, …of het ventiel; daar zijn de meningen nog over verdeeld. Vier lege patronen tot gevolg en nog geen achterband op druk. “Rijden jullie maar door”, zegt Piet, “ik ga wel even bellen”. Ik vind dat altijd zo lullig. Bovendien zou het de tweede keer in 2 weken zijn dat we iemand achterlaten met een lekke band. Na wat aandringen van Piet rijden we met z’n vijven verder. Een dubbel gevoel bezorgt het mij; aan de ene kant is het samen uit, samen thuis, maar bij materiaalpech en op uitdrukkelijk verzoek van het “slachtoffer” kan de rest wel door. Het wordt een ander verhaal als iemand lichamelijk niet meer vooruit kan. Dan moet je erbij blijven. In ieder geval; het is nooit leuk.
We vervolgen onze weg langs het Liesbosch en door het durpie Effen. Nu nog de wind op kop in het stuk langs de Galderse Meren naar Meerseldreef en dan keren we, om voor de wind uit te rijden. Wat een heerlijk gevoel is dat dan toch.
Ondanks dat we nu voor de wind uit rijden, doen we het toch rustig aan. Bij mij is het beste er wel af en ook Melissa klaagt over slechte benen. Bij Rijen slaan we af en rijden dwars door Surea naar Dorst. Dan volgt alweer snel Oosterhout en Teteringen. Op het rechte stuk in de Teteringse bossen trekt Ruud er opeens vandoor. “Ja, dat moet soms even”, verklaart hij. We nemen de brug bij het pannenkoekenhuis en richting Den Hout gaat Ruud weer.
Ik bungel ergens achteraan, een beetje hersteld van de toch zware kilometers wind tegen. Ik schakel op en ga achter Ruud aan. Met de wind in de rug gaat het bijna als vanzelf en schiet de snelheid door de 40, …45, …50km/h; bij 50,8km/h is het op. Mwah… toch niet slecht!
Vanaf nu is het helemaal uitbollen en na een lange rit (met de lekke band meegerekend) zijn we terug op de May.
Nog 1 laatste rit volgende week en het seizoen 2020 zit er weer op.
Gelukkig maar, zou ik bijna zeggen. De rode leiderstrui verandert je zoals de Ring in Lord of the Rings. Ik heb me tijdens de rit van vandaag soms afgevraagd waar we mee bezig zijn? Wind en regen. Waar doen we het voor? Was ik thuis gebleven als ik niet in het rood had gereden? En ook de app-jes van de Wegkapiteins-appgroep lees ik nu opeens heel anders. Waar ik voorheen alleen bezorgdheid las, lees ik nu een aanval op de rode leiderstrui. Ik citeer: “Het gaat flink regenen, Rene. En het is koud. Zou je niet beter thuis blijven?“.
Ik ga geen namen noemen; da’s niet chique, maar de schrijver van dit bericht is niet zomaar iemand binnen WTC en bovendien kansloos voor een ereplaats in het opkomstklassement voor 2020. Dus, zeg het maar; bezorgdheid of…?
Rene