We zitten inmiddels alweer over de helft van het WTC seizoen en pas nu begint het goed fietsweer te worden. Dit was dan ook goed te zien in de ruime opkomst.
Ook de sport was goed vertegenwoordigd met Twan, Curt, Martien, Erik, Gerben en Sander. Laatstgenoemde is er niet vaak bij, maar bij de ritten boven de 100km is Sander toch wel vaak van de partij (Philipsdam en Renesse). De huidige rit ging in dit geval over 125 km via de Kempen, dus Sander voldeed weer helemaal aan de verwachting.
Ook de aanwezigheid van Curt is een vernoeming waardig. Hij heeft nog niet zoveel kilometers in de benen dit jaar, dus het meegaan met de sport over een afstand van 125km was wel gewaagd. Ook Curt stelde niet teleur, want de kilometers werden zonder enige moeite door hem weggetrapt.
Bij het vertrek zat het tempo er direct lekker in en er werd zoals gebruikelijk weinig gezegd. Veel woorden hebben we namelijk niet nodig om elkaar te begrijpen. Al snel zag ik aan de houding van Twan dat hij er niet helemaal jofel bij zat. Waar we elkaar in het begin van een rit in het voorbijgaan vaak begroeten met een knipoog of een glimlach, bleef Twan nu strak voor zich uitkijken. Ook waren zijn kopbeurten niet echt overtuigend. Maar goed, voorlopig liet ik het maar even rusten en begon ik er maar niet over.
Omdat we naar het zuidoosten reden, hadden we flink wind mee. We reden stevig door, maar er was altijd een goede dosis terughoudendheid. Het was immers een lange tocht en de terugweg zou wind tegen zijn. We waren dan ook nog fris en fruitig toen mijn achterband voorbij Alphen weer eens roet in het eten gooide. Wederom had ik lek. Met een vloek en een slip stond ik stil en werd er snel een nieuwe binnenband gestoken. Hoewel ik niet bepaald vrolijk was van het feit dat ik weer lek had gereden, hoorde ik Erik in een opperbeste stemming. Erik constateerde dat hij een goede fietsconditie had en merkte op dat hij nu eindelijk goed met de Sport mee kon komen. Hopelijk zou dit de rest van de rit ook zo blijven.
Mijn lekke band vormde de inleiding voor allerlei complicaties in het restant van de rit. Dit begon al in Lage Mierde en Netersel waar het wielercriterium “De ronde van Bladel” werd verreden. Als gevolg hiervan moesten we onze route aanpassen.
Nadat we weer op de juiste route waren, werd de gashendel weer opengedraaid en bleek dat Erik te vroeg had gejuicht en er helaas af moest. Nadat er op hem gewacht werd, kwamen we Diessen binnengereden waar diverse wegwerkzaamheden onze route doorkruisten. Op harde plastic “rijplaten” werd Diessen doorgereden.
Het dorpje uit werd ons de rit vervolgens bemoeilijkt door de slechte fietspaden met klinkers en boomwortels.
Op de rijbaan voor automobilisten gaan rijden leek dan ook een aantrekkelijke optie, maar deze weg (met het drukke verkeer) leent zich daar nou niet echt voor. Tot overmaat van ramp waren we niet de enige gebruikers van het fietspad. Om de haverklap moesten we weer afremmen voor fietsen, bakfietsen, driewielers, voetgangers, honden, noem maar op. Dit resulteerde vooral in een onrustige rit met veel hollen en stilstaan. Iets wat ook de nodige tol vergt van het lichaam. Erik had hier last van en kon geregeld niet goed bijhouden, maar Twan was het voornaamste kind van de rekening. Al bij Netersel had ik hem gevraagd of het wel met hem ging, waarop hij kortaf antwoordde “nee, verkouden.” Kortaf zijn is niet echt Twan zijn stijl, dus liet ik hem maar met rust. Zolang hij in het wiel mee kon was er geen man over boord. Bij Loon op Zand veranderde de situatie drastisch en moest Twan de groep voor het eerst laten lopen. De hellerit die Twan doormaakte, werd toen voor iedereen zichtbaar, behalve bij Erik want die had al genoeg aan zichzelf. Het tempo werd als gevolg hiervan flink aangepast en in Waspik werd daar nog eens een paar km/h afgeschraapt omdat de kilometers steeds meer tol gingen eisen. Het was overleven voor Twan.
Inmiddels zagen we met lede ogen aan hoe ons gehavende groepje verzwolgen werd door een peloton Pedaalridders. Om de vernedering enigszins te voorkomen en om de eer van de Sport te redden, sloten Sander, Curt en Erik dan ook maar bij de Pedaalridders. Twan maakte het allemaal niet meer uit. Hij zat al ruimschoots in “the painzone” en hij bleef dan ook achter, uitgespuugd door het peloton en geflankeerd door zijn helpers Martien, Gerben en ik.
Via de kortste weg werd nog een heel eind meegereden met Twan richting Terheijden. Gerben bezorgde Twan zelfs nog veilig af bij Corlinda. Dat deed Gerben gewoon weer ongewoon goed!
Hopelijk komt Twan weer snel over zijn griep heen en is hij volgende week weer het zonnetje in het peloton.
Ach ja, het was me weer een ritje; slechte wegen, een zieke Twan, Erik die weer op een ijzersterk karakter mee komt en Curt die op puur talent alle kilometers weer gemakkelijk wegtrapt.
Op sommige zaken heb je nu eenmaal geen invloed.
Op sommige zaken heb je dit echter wel, zoals de route. Hoewel we deze route al eerder zonder problemen gereden hebben, was deze nu verre van ideaal en dat mag ik me als wegkapitein best aanrekenen. Daarom is onze ritmeister Peter Broeders direct aan de gang gegaan met het uittekenen van een geschikte Kempenroute voor de sport. Fijn dat je dit wilt doen Peter, we zijn erg benieuwd. Je reputatie staat op het spel!
Bedankt weer en tot volgende week, dan hebben we de lunchrit onder leiding van Chris. De route en locatie blijven tot nu toe nog een goed bewaard geheim. We zijn benieuwd!
Thais.