15.30 uur Terras De Droom, Langeweg
Voldaan van een ritje Renesse zaten we heerlijk in het zonnetje, onder het genot van een koud pilsje te genieten van onze tocht. Wat was het toch een mooie dag geweest en wat hebben we toch lekker gereden, zonder ook maar een centje pijn…
Napratend over de rit passeerden alle 225 kilometers nog eens de revue. Waar de prachtige fietsdag eindigde in majeur, begon 9 uur eerder toch wat meer in mineur.
07.00 uur Bakkerij Curt vd Westen, Made
Vandaag zou de monsterrit van 225 kilometer naar Renesse op het programma staan. Vorig jaar werd deze voor het eerst toegevoegd aan de kalender en waren wij gastvrij onthaald op het vakantiehuisje bij Curt in Renesse.
De rit zou de analen in gaan als “de hel van Renesse” omdat de 4 deelnemers destijds (ik, Twan, John en Martien) zo dood als een pier terug op de May kwamen van 120 kilometer wind tegen vanuit Renesse. Martien zat er toen nog het beste bij, want hij had vanaf Steenbergen onafgebroken op kop gereden. De andere konden alleen nog maar in zijn wiel hangen.
In het licht van die tocht, waren de verwachtingen voor de tweede editie van deze tocht gespannen.
Een voor een druppelde de deelnemers vanaf 07.00 uur binnen in de bakkerij van Curt, welke wederom zorgde voor goed gevulde magen in de vorm van krentenbollen, worstenbrood en koffie.
Hoewel gespannen, liep alles nog goed, totdat John de bakkerij betrad. Hij was zwaar geërgerd omdat zijn achterderailleur niet goed schakelde, dit ten gevolge van een naaktslak die tussen zijn derailleur was gekomen.
Het “micro adjusten” van de derailleur via de Shimano-app was wat lastig en uiteindelijk concludeerde John dat hij niet mee kon, want dan zou zijn cassette en ketting in Renesse al volledig versleten zijn.
Wat jammer John!
Iets later dan verwacht, moesten we dus noodgedwongen met 1 mannetje minder naar Renesse. Wie overbleven waren Martien, Gerben, Twan, Jan-Willem, Sander, Chris, Curt en gastrijder Kevin. Laatstgenoemde wilde graag een keer een +200km rit doen.
Direct na het wegrijden, hadden we al de eerste lekke band. Twan was de pechvogel.
We concludeerden dat het met een langzaam opdrogende weg, echt lekke-banden-weer was. Dit bleek ook zo, want nog voor Zevenbergen had Chris ook lek. Nu zakte de moed bij velen toch wel in de schoenen. Het was zwaar bewolkt en de weg bleek voorlopig niet op te drogen. Daarnaast was het koud en lagen nog zeker 215 harde kilometer op ons te wachten. Voor degene die dachten rond 14.30 uur thuis te zijn, kwam het besef dat we dit in ieder geval niet gingen redden. De rit inkorten was ook geen optie, Curt had immers allerlei lekkers klaar staan voor ons in Renesse. Dan toch maar doorfietsen.
Met twee lekke banden in 15 minuten tijd rijd je toch niet zo gerust meer rond. Tegen beter weten in probeerden we de grootste steentjes een beetje te ontwijken (terwijl de kleine steentje vaak de oorzaak zijn) en reden we op eieren richting het westen. Het leek goed te gaan en voorbij de Volkeraksluizen kwamen we als groep in een lekker tempo te zitten. Alles ging vlotjes en op de weg waren langzaamaan droge plekken zichtbaar. De weg lag nu open voor een fijne rit, totdat bij Oude-Tonge het noodlot weer toesloeg en Gerben zich meldde met een lekke voorband. De gloednieuwe strakke GP5000 werkte ook nog eens niet mee en na ruim 10 minuten klooien, konden we pas weer verder.
Via de zuidkust van Goeree-Overflakkee reden we vervolgens over een asfaltweg bezaaid met grind afkomstig van de naast gelegen zeedijk. Dit moest wel weer een lekke band opleveren. Het was inmiddels angstig stil geworden in de groep en iedereen dacht aan de altijd loerende lekke banden. Ikzelf besloot om hard op kop te gaan rijden om zodoende een beetje over de steentje heen te vliegen. Dit met het gevolg dat de steentjes extra hard tegen mijn fiets aankwamen en vrijwel zeker zorgde voor steenslag. Tja, wat moest ik nou doen; lek, steenslag, lek, steenslag. Het was kiezen uit twee kwaden, dus trapte ik maar stug door en aan het einde van de dijk, bleek niemand lek te hebben. Of ik ook daadwerkelijk steenslag heb geleden, weet ik niet, ik heb nog niet durven kijken.
De weg was inmiddels grotendeels droog geworden en we naderden Renesse nu met rasse schreden.
De angst voor lekke banden was inmiddels minder geworden en we reden op (naar mijn mening) het mooiste deel van de route; de Brouwersdam. Het vrije uitzicht op de volle zee was prachtig en het strand lag er strak bij. Ik heb helaas geen foto kunnen maken, want de snelheid was inmiddels flink omhoog gegaan. De roombolussen waren immers niet ver weg meer en iedereen lustte wel wat.
We namen een alternatieve route naar Curt’s huis en vanuit achter riep Curt met zijn, toch wel zachte zwoele en een tikkeltje hese stem, de weg. Dit werd niet door iedereen goed gehoord en daarom besloot Curt maar op kop te gaan rijden en ons naar zijn huisje te loodsen.
Bij Curt aangekomen, werden we door Heidi onthaald met koffie, roombolussen, krentenbollen en worstenbrood. Het was heerlijk en erg gezellig ook.
Het vakantiehuis van Curt lag er weer prachtig bij, maar de 2 hectare gras in de achtertuin was helemaal dood. Heidi vertelde dat het gazon voor Curt heilig was en dat hij uit pure wanhoop het ultimum remedium had aan moeten wenden in de strijd tegen de Engerlingen in zijn gras. Gewoon platspuiten met RoundUp. Volgend jaar komen we je gezonde diepgroene gazon weer bewonderen Curt!
Tijdens de koffie begon ik het toch weer behoorlijk koud te krijgen, want de zon was nog niet echt goed doorgebroken. Bij vertrek besloot ik dus maar om even flink hard op kop te gaan rijden zodat ik snel weer warm was. Dit lukte goed en op Neetlje Jans zat iedereen in het rood en had iedereen het bloedheet omdat daar nu plots de zon volle bak doorbrak.
Voor Chris hoefde het allemaal niet zo snel. Hij vond 32/33 km/h kruissnelheid voldoende. De rest niet, we hadden immers windje mee en dus was een kruissnelheid van 37/38 km/h wel te rechtvaardigen.
Na Neeltje Jans waren we Curt kwijt. Hij bleek eraf te liggen zonder dat we het wisten. Bij de oprit van de Zeelandbrug troffen we elkaar weer en werd afscheid genomen van Curt, welke niet mee terugreed naar de May.
Bij de Zeelandbrug was Chris blij dat hij even op adem kon komen. Hij was wel klaar met dat “lomp hardrijden” en broertje Sander moest het ontgelden als directe “aanstichter” van dit kwaad. Hoewel Sander inderdaad lomp hard kan rijden, was hij niet de enige. Ook Gerben (die weer superbenen had), JW en ikzelf stuwden het tempo regelmatig op als dit in dreigde te zakken.
Martien hield zich op de vlakte en spaarde zichzelf. Hij wist dat hij de laatste 60 kilometer weer alleen op kop zou moeten fietsen. Dit gebeurde echter niet en toen het besef hiervan indaalde pakte Martien zijn shine en reed hij lange beurten op kop. In zijn wiel zag ik dat hij ook lek had, gezien het latex dat tegen zijn frame aangespat was. Maar hij hoefde geen band te wisselen, dus hij scoort niet op het KOL-klassement.
Na zo’n 160km naderden we de Philipsdam. In een stug tempo reden we deze omhoog en daar werd met een zijwind doorgereden naar St Philipsland. Chris moest echter stoppen. Vanaf een afstand zagen we hem over zijn fiets hangen, alsof hij moest overgeven. Dit bleek gelukkig mee te vallen. Hij was zijn benen aan het rekken en strekken, want de kramp had toegeslagen. Gelukkig hoefden we nog maar 60km naar Made, dus dat was bemoedigend.
Gastrijder Kevin fietste nog lekker mee. Hij kon het tempo goed volgen en hij reed ook lekker in het peloton. Jammer dat hij geen WTC-shirtje droeg.
De zon was inmiddels volledig doorgebroken en we concludeerden meermaals dat het toch wel een heerlijk ritje was geworden. De vermoeidheid begon nu echter wel toe te slaan. Niet zozeer de benen, maar de houding op de fiets begon zijn tol te eisen. Kont, schouders, nek en rug waren steeds meer voelbaar, maar het einde naderde en dit gaf moed.
Met een mooi tempo werden de laatste kilometers afgelegd en zo eindigde we dus in majeur op het terras in Langeweg.
Het was een prachtige rit die hopelijk volgend jaar op de kalender terugkomt. Hopelijk is John er dan ook bij, want hij werd door ons allen erg gemist.
Bedankt allemaal en in het bijzonder Curt & Heidi voor de gastvrijheid en al het lekkers!
Thais