Vanochtend zou het gaan gebeuren. Met een groot aantal sporters zouden we weer een leuke sportrit gaan rijden inclusief een afsluitende lunch bij d’n Elsakker. Inmiddels zijn we bij dit sterren etablissement vaste gast. Zeker ook omdat dit toch wel een feel good café is, waarbij er bij binnenkomst velen zich weer jong en vitaal voelen bij het aanschouwen van de gemiddelde clientèle aldaar.
Preluderend aan deze rit werd er natuurlijk op de sportgroep behoorlijk gemarchandeerd met deze upperclass-lunch, om maar met zoveel mogelijk mensen te gaan. Drie mensen konden helaas niet mee. Trouwe sporter Gerben die momenteel in een bloedvorm is en Ad haakten af vanwege vakantie. Melody kon helaas ook niet mee, maar de hoop blijft bestaan dat we haar dit jaar nog een keer mogen zien. Tot slot begreep ik dat Peter Verhagen geheel vrijwillig uit de sport-app is gestapt, waaruit ik opmaak dat hij zich niet al te vaak bij d’n Elsakker wilt vertonen.
De ochtend begon voor mij toch wel wat stressvol want bij rechter shifter had, na een aantal weken kwakkelen, nu echt de geest gegeven. Ik kon niet meer lichter schakelen en dus was er maar 1 optie en dat was; gas geven. En aangezien ik de wegkapitein was had ik hier zelf de hand in.
Bij aankomst telde ik maar liefst 10 sporters en 2 gastrijders. Geweldig, dit moest wel een feestje gaan worden en dat werd het ook. Made uit trok ik de gashendel open om zo even de toon te zetten. De eerste stress was vrijwel direct zichtbaar. Ook bij Twan, die op de Hamseweg via de verkeerde zijde van kop ging en waarbij Paul ter nauwernood een totale wipe out wist te voorkomen. Normaliter zou je zulke wisselingen van kop bij een ander, niet nader te noemen persoon verwachten, maar ook Twan doet soms rare dingen als ie van kop af wilt.
Op de Amerweg nam Erik een deel van het kop werk op zich. Eventjes maar, want in de eerste kilometers jezelf opblazen is niet wat je wilt. De wind was in mijn ogen sterker dan ik verwacht had. Een uitgelezen situatie om de last te verdelen en om te draaien. Sander dacht hier anders over en draaide met windtegen het gas vol open. Ik keek even op mijn Garmin en zag dat ik 42 km/h reed. Pff dat was even aanpoten. Later begreep ik van Paul dat dit het punt was dat hij besefte dat hij maar beter de rest van de rit zich zou moeten sparen om nog heelhuids bij de Elsakker aan te komen.
Via de Kiltunnel werd de Hoekse Waard binnengereden. De Kiltunnel is altijd een venijnig klimmetje en ik had er als wegkapitein alle belang bij om als eerste boven te komen, omdat we een weggetje in zouden slaan die we normaliter niet in gaan. Maar helaas, dit lukte me niet want Kevin en JW kwamen me als een gek ingehaald en het was voor mij maar hopen dat ze bovenaan zouden wachten. Eenmaal boven bleek het gehele peloton uiteen te zijn gespat en moest er flink gerecupereerd worden om onze weg weer te kunnen vervolgen via de Kilweg in zuidelijk richting. Hoewel niet helemaal onbekend, voerde de route over toch wel wat ongebruikelijk weggetjes. Kop over kop werd tegen de wind in geploeterd. En met zo’n relatief grote groep viel dit niet mee. Eigenlijk was het gewoon 1 grote chaos en was het voor velen pompen of verzuipen. Voorbij Strijensas had Chris nog te tegenwoordigheid van geest om eens achter zich te kijken en de koppen te tellen. (Iets wat ik als wegkapitein eigenlijk ook had moeten doen). Wat bleek, Erik was verzopen.
Na een aantal keren hem te hebben geprobeerd te bellen nam hij hijgend op en vertelde dat hij al in de Kiltunnel eraf lag en kennelijk via ’s-Gravendeel richting Numansdorp aan het fietsen was. We spraken af om hem nabij Numansdorp op te wachten.
In de tussentijd was iedereen op adem aan het komen en merkte ik op dat Frans wat bloed bij zijn neus had. Vermoedelijk van een bloedneus opgelopen tijdens de extreme inspanningen om bij Sander in het wiel te blijven, zo dacht ik. Dit bleek echter niet het geval, want Frans had zich gesneden tijdens het scheren. Hierbij merkte Frans op dat hij onderhand de enige was die zich geschoren had. De rest van het peloton bestond volgens Frans uit allemaal ongelikte beren. Bij een korte blik naar ieders gezicht kon ik Frans inderdaad geen ongelijk geven. Maar goed, het paste een beetje bij de stijl van de rit zal ik maar zeggen… tijd om verder te gaan.
We hadden de smaak inmiddels goed te pakken en we zette onze chaotische rit onverminderd voort in de richting van Numansdorp. Iedereen leek wel veranderd in een woeste stier, zeker toen de wind van opzij kwam. Hier moest ik iets aan doen, een beetje law & Order was wel op zijn plaats, want dit konden wie niet lang volhouden. Maar ja, er reed inmiddels wel een hele snelle wielrenner voor ons en die wilden we allemaal wel even gaan inhalen… lastig lastig dus. Gelukkig naderden we Numansdorp en was het tijd om contact te leggen met ons verloren schaap. Dit lukte dit keer vrij snel en het bleek dat hij zo’n 5 minuten achter ons reed. Zo was Erik weer snel terug en konden we onze weg vervolgen. Met de komst van Erik begon het ook behoorlijk hard te regen. Als snel werd het een stuk donkerder, het zicht slechter en voelde ik mijn schoenen vollopen met water. Linksaf de Haringvlietbrug op nam JW de kop over en werd met een gestaag tempo de Haringvliet opgereden. Op de brug merkte ik dat ik alleen nog met Kevin en JW reed. Zou Martien nou de slag gemist hebben? Oh nee, daar is ie! JW, Kevin en ik sprongen direct in zijn wiel en maakte ons fysiek en mentaal op voor de Volkraksluizen. Hoewel bergop niet mijn sterkste punt is, probeer ik het altijd wel. Maar tegen Martien en JW is bergop geen kruid opgewassen. In de verte zagen Kevin en ik aan hoe de twee titanen de sluizen op suisden. Uiteindelijk trok JW aan het langste eind en kwam hij als eerste boven. Gelukkig heeft Martien altijd nog het excuus dat hij bijna 60 is. Toch Martien?
Eenmaal boven op de sluizen kwamen Sander en (ik dacht) Twan me voorbijgereden, kort hierop gevolgd door John die weer iets onverstaanbaars naar mij riep in de trant van “dhsjhefhbehesd Thais!”
Als wegkapitein bevond ik me nu weer in dezelfde positie als bij de Kiltunnel, want bij Willemstad zouden we een alternatieve route rijden en die moest ik aangeven. Maar aangezien de heren met 50+ km/h naar beneden reden, kon ik ze niet meer bijhalen. Het viel ook niet mee om deze rit de wegkapitein te zijn, maar gelukkig werd er gewacht en reden we in Willemstad de juiste route over de Noordlangeweg die ingericht is als fietssnelweg.
Inmiddels was mijn Garmin uitgevallen en nam JW de navigatie over. Altijd fijn als er iemand de rondgestuurde route in zijn Garmin heeft staan.
Via Klundert, Moerdijk, Zevenbergen en Langeweg werd vervolgens de route vervolgd richting de Elsakker. Bij Zevenbergen waren we inmiddels een beetje uitgeraasd en kwam Chris naast me fietsen. Ik had hem niet veel gezien, maar hij vertelde dat hij, ondanks wat zware momenten, er nog goed bijzat. Dat was goed om te horen, want de laatste paar ritten waren vaak afzien voor Chris. Om dit te voorkomen gaat de fiets bij Chris volgend jaar in ieder geval wel mee op vakantie.
Bij de Elsakker aangekomen moesten de tafels nog even voor ons geprepareerd worden en was het wachten op de kaviaar en oesters. Na een kwartier werden deze keurig opgediend en hebben we heerlijk gegeten. We hebben weer lekker na kunnen praten. Al de afsnijd-acties en onvolkomenheden in elkaars rijgedrag werden weer vergeven en er werd, zoals de bij sport normaal is, weer veel gegrapt, gegrold en gelachen. Zelfs de parel van de oester waar Flip zijn tanden op stuk beet kon de pret niet drukken.
Om 12.15 uur was het tijd om naar huis te gaan en ons weer te onderwerpen aan het huiselijk gezag. Bij het naar buiten stappen opende de hemelsluizen zich en werd iedereen tot op het bot nat. We zagen dit echter allemaal als een bijdrage aan heldhaftigheid van de rit.
Eenmaal doorweekt thuisgekomen werd ik door moeder de vrouw ook weer hartelijk onthaald: “staanblijven op de mat! Je kleed je daar maar uit!”
En zo eindigde mijn mooie zondagochtend met de mannen.
Bedankt weer!
Thais