Eerst eten zeggen ze in Oosterhout. In de May zeggen ze eerst fietsen en dan kijken wat de pot schaft. Aangezien ik in de May te gast ben, was het dus eerst fietsen. En ik niet alleen, want wat stond er een hoop volk deze ochtend bij het oude gemeentehuis. Iedereen heeft er zin in om het nieuwe fietsseizoen weer van start te gaan. Een paar nieuwe gezichten deze ochtend die met ons mee zouden fietsen; John en Ruud. Ruud stond gelijk met een lekke band nog voordat wij van start waren gegaan maar met de hulp van Flip was dit euvel zo opgelost. Je kan de eerste lekke band maar gehad hebben Ruud.
Piet had een mooi rondje uitgetekend wat ons naar Etten-Leur bracht.
Veel wind op het eerste gedeelte waar Rene en Ruud goed kopwerk verrichten samen met Piet. Voor de rest probeerden wij in de luwte mee te fietsen en dat ging redelijk. Het was weer een beetje wennen om in de groep te laveren, zeker met die windvlagen.
Vanaf Etten-Leur ging het richting Zevenbergen waar wij via de Halsche Vliet bij Zwartenberg uitkwamen. Hier begonnen steeds meer regendruppels op onze helmen te kletteren. Het voordeel was wel dat de wind nu in ons holleke blies. Dus in een zucht en een scheet waren wij terug in de May waar bij de Korenbeurs een heerlijke brunch op ons stond te wachten.
Het was deze ochtend gezellig fietsen met de oude garde en met enkele nieuwe gezichten. Ik hoop dat zij het bij de trimploeg ook gezellig hebben gevonden, maar ik geloof van wel!!
Onder het eten was het weer gezellig een beetje na kletsen en met sommige nieuwe mensen wat beter kennismaken.
Onze voorzitter nam nog even het woord en vertelde het laatste nieuws over Willem. Dit is helaas ook de realiteit. Het blijkt maar weer eens dat vreugde en verdriet een dunne scheidslijn heeft.
Namens iedereen wens ik Willem en Sandra heel veel sterkte toe de komende tijd; in gedachten fietsen jullie met ons allemaal mee.
Na de brunch en afscheid genomen te hebben, ging het weer op Oosterhout aan.
Gegeten had ik al. Dus dat hoefde niet meer.
Tot de volgende rit.
Met vriendelijke groet,
De Pakhaas