Geïnspireerd door de mooie column van Anneke ga ik ook proberen om jullie een beetje mee te nemen in mijn verhaal, wat zal gaan over de liefde voor fietsen en nog wat andere zaken….
Laten we beginnen met mijn liefde voor wielrennen, waar komt die vandaan?
Van kinds af aan had ik eigenlijk niet zoveel met wielrennen, ik hoorde af en toe eens een stoer verhaal van papa Jacques (ook WTC lid) aan over zijn glansrijke wielercarrière. Waarbij ik altijd dacht dat minimaal de helft overdreven moest zijn. “Vroeger stond het publiek minimaal 5 rijen dik Paul rondom de kermiskoersen”, vertelde hij mij altijd.
Het enige wat ik toen altijd dacht, was dat dit weer zo’n “vroeger was alles beter” opmerking was. Dat veranderde echter toen het fotoboek van zolder kwam en op de foto te zien was dat hij zelfs met zijn handen in de lucht over de finish kwam…
Nee, van kinds af aan was voetbal de sport die mijn liefde had. Na een paar jaar bij VV Zwaluwe, stonden NAC en Willem 2 op de stoep. Blijkbaar had ik enig talent en was dat deze clubs opgevallen. Uiteindelijk heb ik 13 jaar bij NAC mogen voetballen. Een mooie tijd van prachtige buitenlandse toernooien, voetballen in stadions maar ook van trainen trainen en nog eens trainen. Waar leeftijdsgenoten scooters en discotheken opzochten, was ik toch vooral bezig met mijn sport. Heb ik iets gemist daardoor in mijn jeugd?
Ik vind van niet.. Helaas kon ik op mijn 20e de laatste stap van Jong NAC naar het grote NAC, mede door aanhoudende knieblessures, niet maken en ben ik vervolgens actief voetbaltrainer geworden.
Die knieblessure was mede de aanleiding dat ik van een vriend een oud wielrenfietsje kocht, zonder dat mijn vader dit wist overigens. Ik dacht, ik moet dat ding toch maar eens aan mijn vader laten zien. Een glimlach die boekdelen sprak, was het gevolg.
Daar ontstond mijn “actieve” liefde voor fietsen. Mijn passieve liefde voor wielrennen was namelijk al veel eerder geboren. Aangestoken door papa Jacques miste ik van de Tour de France zo min mogelijk uitzendtijd, een aankomst missen kon ik zeker niet. Urenlang keek ik als jonge jongen naar de prachtige beelden en luisterde ik naar de stem van o.a. Mart Smeets. Dit zorgde nog wel eens voor wat discussies met moeder, maar uiteindelijk wist ook zij dat ze die strijd elke keer ging verliezen, waardoor zij de liefde voor de Tour van ons maar op de koop toe nam.
Na een aantal jaar af en toe met wat vrienden te fietsen en wat tochtjes met vader, vond ik het voorstel van vaders om een keer met de WTC mee te fietsen wel een goed plan. Ik dacht dat ik een aardige basisconditie had, maar man wat ging dat hard. Gelukkig leerde ik al snel uit de wind te rijden en kon ik aardig bijblijven. Op kop rijden zat er zeker niet in, mijn benen verzuurde dan totaal en het idee dat ik dan nog minstens 60 km moest gaf mij ook niet bepaald veel motivatie. Wat mij vooral aansprak aan het rijden in een groep was het sociale aspect. De tips die ik kreeg van leden, het praatje en ergens jezelf toch ook kunnen testen met anderen is gewoon simpelweg leuk.
Natuurlijk speelt mijn vader een belangrijke rol in mijn passie voor fietsen. We genieten samen als we een rondje rijden. Het ouwehoeren over klassiekers, de 3 grote rondes, de overwinning van Mathieu v.d Poel in de Amstel Gold. Het keer op keer moeten aanhoren dat de Giro en de Vuelta veel zwaarder zijn dan de Tour neem ik maar op de koop toe.
De glimlach op zijn gezicht als hij het tijdens het fietsen heeft over zijn kleinkinderen zijn tenslotte onbetaalbaar….
Mijn fietsprobleem is dat ik eigenlijk veel te weinig tijd heb om te fietsen.
40 uur werken, trainerschap voetbal wat ongeveer zo’n 15 uur in de week kost en een jong gezin zijn nou bepaald geen randvoorwaarden voor een goede fietser. Daarnaast helpt het ook niet mee dat ik van augustus tot begin juni iedere zondag een voetbalwedstrijd moet coachen waardoor meefietsen met de WTC een utopie is.
Maar toen was er Corona, een surrealistische tijd. Ik voel ergens de pijn nu mijn ouders hun kleinkinderen geen knuffel kunnen geven, zelfs geen handje toen mijn oudste zoontje laatst 4 jaar werd. Als er dan toch een klein voordeel van deze tijd is, is dat ik meer tijd heb om te sporten. Iedere dag even een rondje fietsen of hardlopen, even het koppie leeg maken, even geen corona, even geen zorgen van de lieve mensen om mij heen.
Volgend jaar ga ik een zaterdag voebalclub trainen, VV Internos uit Etten Leur. Stiekem dacht ik aan iedere zondag meefietsen met de WTC. Ik fantaseerde over om lange tijd op kop te rijden bij de B ploeg, misschien zelfs wel een keertje in het wiel zitten bij de A ploeg. Echter kwam er toen weer een idee in mijn hoofd toen ik buiten met mijn kinderen aan het voetballen was in de tuin; FC Mini. Een beweegprogramma voor kinderen van 2 tot 5 jaar met een knipoog naar voetbal. Inmiddels hebben we door de corona-tijd helaas nog maar 1 training kunnen doen, maar gezien de vele positieve reacties en het enorm aantal aanmeldingen denk ik dat ik na de corona-periode voorlopig iedere zondagochtend sportles aan het geven ben aan kinderen, ook aan mijn eigen kinderen. Uiteindelijk overwint de liefde voor je kinderen alles, zelfs de liefde voor het wielrennen…
Hopelijk zie ik jullie ergens in juni weer, anders een korte zwaai als ik één van jullie tegenkom tijdens een soloritje.
Het gaat jullie goed!
Paul van Dijk