Maandelijks archief: april 2020

Mijn verhaal (door Paul)

Geïnspireerd door de mooie column van Anneke ga ik ook proberen om jullie een beetje mee te nemen in mijn verhaal, wat zal gaan over de liefde voor fietsen en nog wat andere zaken….

Laten we beginnen met mijn liefde voor wielrennen, waar komt die vandaan?
Van kinds af aan had ik eigenlijk niet zoveel met wielrennen, ik hoorde af en toe eens een stoer verhaal van papa Jacques (ook WTC lid) aan over zijn glansrijke wielercarrière. Waarbij ik altijd dacht dat minimaal de helft overdreven moest zijn. “Vroeger stond het publiek minimaal 5 rijen dik Paul rondom de kermiskoersen”, vertelde hij mij altijd.
Het enige wat ik toen altijd dacht, was dat dit weer zo’n “vroeger was alles beter” opmerking was. Dat veranderde echter toen het  fotoboek van zolder kwam en op de foto te zien was dat hij zelfs met zijn handen in de lucht over de finish kwam…

Nee, van kinds af aan was voetbal de sport die mijn liefde had. Na een paar jaar bij VV Zwaluwe, stonden NAC en Willem 2 op de stoep. Blijkbaar had ik enig talent en was dat deze clubs opgevallen. Uiteindelijk heb ik 13 jaar bij NAC mogen voetballen. Een mooie tijd van prachtige buitenlandse toernooien,  voetballen in stadions maar ook van trainen trainen en nog eens trainen. Waar leeftijdsgenoten scooters en discotheken opzochten, was ik toch vooral bezig met mijn sport. Heb ik iets gemist daardoor in mijn jeugd?
Ik vind van niet.. Helaas kon ik op mijn 20e de laatste stap van Jong NAC naar het grote NAC, mede door aanhoudende knieblessures, niet maken en ben ik vervolgens actief voetbaltrainer geworden.
Die knieblessure was mede de aanleiding dat ik van een vriend een oud wielrenfietsje kocht, zonder dat mijn vader dit wist overigens. Ik dacht, ik moet dat ding toch maar eens aan mijn vader laten zien. Een glimlach die boekdelen sprak, was het gevolg.
Daar ontstond mijn “actieve” liefde voor fietsen. Mijn passieve liefde voor wielrennen was namelijk al veel eerder geboren. Aangestoken door papa Jacques miste ik van de Tour de France zo min mogelijk uitzendtijd, een aankomst missen kon ik zeker niet. Urenlang keek ik als jonge jongen naar de prachtige beelden en luisterde ik naar de stem van o.a. Mart Smeets. Dit zorgde nog wel eens voor wat discussies met moeder, maar uiteindelijk wist ook zij dat ze die strijd elke keer ging verliezen, waardoor zij de liefde voor de Tour van ons maar op de koop toe nam.

Na een aantal jaar af en toe met wat vrienden te fietsen en wat tochtjes met vader, vond ik het voorstel van vaders om een keer met de WTC mee te fietsen wel een goed plan. Ik dacht dat ik een aardige basisconditie had, maar man wat ging dat hard. Gelukkig leerde ik al snel uit de wind te rijden en kon ik aardig bijblijven. Op kop rijden zat er zeker niet in, mijn benen verzuurde dan totaal en het idee dat ik dan nog minstens 60 km moest gaf mij ook niet bepaald veel motivatie. Wat mij vooral aansprak aan het rijden in een groep was het sociale aspect. De tips die ik kreeg van leden, het praatje en ergens jezelf toch ook kunnen testen met anderen is gewoon simpelweg leuk.

Natuurlijk speelt  mijn vader een belangrijke rol in mijn passie voor fietsen. We genieten samen als we een rondje rijden. Het ouwehoeren over klassiekers, de 3 grote rondes, de overwinning van Mathieu v.d Poel in de Amstel Gold. Het keer op keer moeten aanhoren dat de Giro en de Vuelta veel zwaarder zijn dan de Tour neem ik maar op de koop toe.
De glimlach op zijn gezicht als hij het tijdens het fietsen heeft over zijn kleinkinderen zijn tenslotte onbetaalbaar….

Mijn fietsprobleem is dat ik eigenlijk veel te weinig tijd heb om te fietsen.
40 uur werken, trainerschap voetbal wat ongeveer zo’n 15 uur in de week kost en een jong gezin zijn nou bepaald geen randvoorwaarden voor een goede fietser. Daarnaast helpt het ook niet mee dat ik van augustus tot begin juni iedere zondag een voetbalwedstrijd moet coachen waardoor meefietsen met de WTC een utopie is.

Maar toen was er Corona, een surrealistische tijd. Ik voel ergens de pijn nu mijn ouders hun kleinkinderen geen knuffel kunnen geven, zelfs geen handje toen mijn oudste zoontje laatst 4 jaar werd. Als er dan toch een klein voordeel van deze tijd is, is dat ik meer tijd heb om te sporten. Iedere dag even een rondje fietsen of hardlopen, even het koppie leeg maken, even geen corona, even geen zorgen van de lieve mensen om mij heen.

Volgend jaar ga ik een zaterdag voebalclub trainen, VV Internos uit Etten Leur. Stiekem dacht ik aan iedere zondag meefietsen met de WTC. Ik fantaseerde over om lange tijd op kop te rijden bij de B ploeg, misschien zelfs wel een keertje in het wiel zitten bij de A ploeg. Echter kwam er toen weer een idee in mijn hoofd toen ik buiten met mijn kinderen aan het voetballen was in de tuin; FC Mini. Een beweegprogramma voor kinderen van 2 tot 5 jaar met een knipoog naar voetbal. Inmiddels hebben we door de corona-tijd helaas nog maar 1 training kunnen doen, maar gezien de vele positieve reacties en het enorm aantal aanmeldingen denk ik dat ik na de corona-periode voorlopig iedere zondagochtend sportles aan het geven ben aan kinderen, ook aan mijn eigen kinderen. Uiteindelijk overwint de liefde voor je kinderen alles, zelfs de liefde voor het wielrennen…

Hopelijk zie ik jullie ergens in juni weer, anders  een korte zwaai als ik één van jullie tegenkom tijdens een soloritje.
Het gaat jullie goed!

Paul van Dijk

Andere tijden sport

Het is Paaszaterdag 11 april. Volgens de “oude” jaarkalender van WTC had Ad vandaag een tocht moeten leiden van 115 km. bij de sportploeg, de tourploeg zou met Peter 100 km. een Paasrondje toeren en de trimploeg zou met Piet 75 km. wegtrappen.
Maar niets van dat alles.
Covid-19 heeft heel veel plannen veranderd, in de koelkast gezet of zelfs geschrapt.
Dan zie je dat er heel veel alternatieven ontstaan om toch een beetje je ei kwijt te kunnen.

Dus op deze Paaszaterdag gaan Ad en ik gezamenlijk een tochtje doen, toch een voordeel als je samen uit hetzelfde gezin komt want dan mag je samen op pad.
Het zonnetje schijnt en de voorspellingen zijn fantastisch; 20 graden en een windje uit noordoost. Het is nog wat fris s’ochtends dus eerst op het gemakkie een bakkie koffie met een paaseitje. Net na 10 uur vertrekken we voor het eerst dit jaar in ons zomertenue van de WTC zodat onze sponsoren Vema Crane, RVSA en PS Van Seeters ook nog eens buiten komen.  Pa voorop want hij wist wel een leuk rondje. En dat was ook zo.

Via Raamsdonksveer buitenom de Hankse brug over, schieten we naar Dussen, Almkerk, Giessen, Woudrichem, Sleeuwijk en Werkendam.  En daar begint een nog mooier stuk nl. de Biesbosch. Een mooi rondje door het Nationaal Park de Biesbosch en dan langs de zuidkant weer terug naar Werkendam. Daar reden 2 wielrenners voor ons en op gepaste afstand volgden we hen over het fietspad naast het Steurgat helemaal naar Hank. Ad had nog nooit over dat fietspad gereden, de sportploeg reed altijd beneden links op de weg. Nu zag hij dat het aan de ander kant van de dijk toch wel heel mooi was en had nu ook gewoon tijd om rond te kijken. We kwamen gelukkig geen grote ploegen wielrenners tegen, vaak alleen, maximaal met drieen. Spontaan schoot het liedje van Boudewijn de Groot binnen; “Hoe sterk is de eenzame fietser die kromgebogen over zijn stuur de wedstrijd wint”. We kwamen ook onze eigen club pakhaas tegen en nog iemand van de club. We zagen het net te laat want helaas hadden zij niet hun WTC shirtje aan, dan zie je niet zo snel dat die wielrenner er een van je eigen club is.

Een mooie tocht inderdaad maar wat me opviel, was dat er ineens heel veel gedachten door je hoofd gingen. Normaal als je in een groep rijdt, moet je constant opletten, je maakt een praatje met deze en gene en dan heb je daar geen tijd voor. Ik had nu ineens tijd om na te denken, veel zaken kwamen langs met de huidige gebeurtenissen en hoe iedereen daar mee om gaat.  Veel mensen staan toch wat verder van de gebeurtenissen maar een aantal van ons maken het van dichtbij mee, net zoals Helene, die vanaf 8 maart al in de frontlinie staat, heeft een zware tijd. De verpleegkundigen hebben het nu echt zwaar tev verduren. Knap hoe ze door gaan. Petje af voor iedereen!
Mijn werk in de Wijngaerd staat nu ook helemaal in teken van voorzorgsmaatregelen. Ik ga 2x per week voor de crisisvergadering om te notuleren waarbij alles in teken staat van Covid-19. Je voelt de onzekerheid, niemand weet wat er gaat komen. We proberen om zo goed moglijk alles te regelen zodat de zorgmedewerkers, die keihard werken en er alles doen om veilig te werken,  goed voor de bewoners kunnen zorgen. De twijfels die er zijn  als er een verdenking is en er moet getest worden en wat dan de uitslag is. De andere 2 dagen werk ik in principe thuis maar als het nodig is, ga ik gelijk weer. Er wordt namelijk veel georganiseerd om de bewoners een beetje afleiding te bezorgen omdat de familie niet op bezoek mag komen. Gelukkig is het goed weer en zijn er al veel buitenconcerten en activiteiten geweest. Allemaal belangeloos. Super is dat om te zien en hartverwarmend.
Thuis zit Ad  al 4 weken hele dagen te bellen en te vergaderen. Onze zoon zit al 5 weken in Breda thuis te werken in zijn uppie. Onze dochter is 16 maart jl. met haar nieuwe baan begonnen. Ze heeft haar laptop opgehaald maar heeft nog niet “live” met haar collega’s gesproken en zit bij ons thuis te werken. Schoonzoon die ook bij ons woont, is volop bezig met sollicitatiegesprekken maar worden elke keer verzet, uitgesteld of via skype. Hij kan door de week wel met mij een rondje fietsen als Ad geen tijd heeft.
Je beseft dat alles echt anders is. En nu onderweg op de fiets mis je het gekeuvel, de leuke opmerkingen, de flauwe grappen, de ondeugende tikken. Ook mis je de troostende arm die je anders bij Willem en Sandra had kunnen bieden en de andere sociale contacten. Afgelopen week zat het WTC bestuur in vergadering, allen thuis achter de laptop te skypen. En zondagsmiddags heb ik ineens tijd, ik hoef niet te kijken hoeveel regenpunten er die ochtend zijn, geen opkomstklassement bij te houden, geen website bijwerken, geen verhaaltje schrijven. Vreemde tijd.

En onderweg op de fiets zie je dat de lente in volle bloei is,  geuren komen je tegemoet van bloeiende kers, prunus en fruitbomen. De leeuwerik zingt al het hoogste lied, wilde fazanten zitten gezellig in de kant van de weg, zwanen zwemmen er lustig op los, de lammetjes en geitjes springen lekker in de zonnige wei en de oerrunderen grazen in de Biesbosch. De lente is het bewijs dat alles weer goed komt, elke keer weer.

We zullen nu nog even op gepaste afstand moeten blijven om straks weer gezellig met elkaar een eindje te kunnen fietsen.
Hou vol!

 

Anneke