Na driemaal afwezigheid mijnerzijds, kon ik vandaag weer van de partij zijn. Zoals normaal heb ik er altijd erg veel zin, maar sinds het begin van het seizoen wordt mijn zelfvertrouwen een beetje aangetast door het chronische gebrek aan trainingskilometers. Het geboefte in onze samenleving heeft de laatste tijd veel te veel van mijn tijd gevraagd. Waar ik normaliter nu rond de 4000 km sta, staat de teller momenteel nog maar 2000km…..
Ik moet zeggen dat ik de laatste paar WTC-ritten hier geen last van heb gehad, maar het staat zowiezo vast dat dag gaat komen dat ik er word afgereden. Wellicht vandaag dus, waarbij ik ook nog eens het genoegen heb om de rit te leiden.
Bij het Raadhuisplein staan gelukkig de vrienden van de sportploeg al klaar. Ik tel er 5; Martien, Twan, John, Flip, Gerben. Mooi clubje dus, al vroegen we ons wel af wanneer Melody weer een keer aan zou sluiten…
Richting Zevenbergen ging het direct al lekker snel, zo rond de 37km/h dacht ik te zien op m’n Garmin. Net zoals een paar weken geleden zag ik in de verte weer de tour groep rijden. De vorige keer hadden we deze niet kunnen inhalen, nu zou ons dat niet overkomen. Voor de zekerheid ging Martien alvast even in het zog van een scooter zitten, toen hij bij de tourgroep belandde verstoorde hij eerst hun treintje en liet hij zich vervolgens terugzakken zodat wij de tourgroep net voor de rotonde bij de Drie Hoefijzers konden opvegen. Een fraai staaltje ploegentactiek met zo’n vooruit geschoven post toch…..?
We reden vandaag dezelfde rit als in juli 2022, waarbij we geregeld op ongebruikelijke weggetjes komen, maar waar we wel lekker kunnen doorfietsen. Maar ongebruikelijke weggetjes zijn niet altijd makkelijk te vinden en na de fietsbrug bij Zevenbergen reden we al verkeerd. Jammer, maar geen paniek, want nabij Hoeven zaten we weer op de juiste route.
Na Hoeven merkte ik dat mijn benen goed voelde en de geringe trainingskilometers werden in mijn hoofd naar de achtergrond gedrongen. Huppakee gas er op en ik zag dat iedereen prima mee kon. Ook Flip reed erg sterk, wind op of af, het deerde hem kennelijk niet. Hartstikke fijn om je weer in zo’n goede vorm te zien!
Nabij Oud Gastel moesten we allen even de rit onderbreken om te voet de loopbrug over de A17 over te steken. (zie foto’s) Hierna vervolgden we onze weg via het afvalverwerkingsbedrijf in Roosendaal naar Vroenhout.
Onderweg wordt er zoals gewoonlijk niet veel gezegd met uitzondering van de gebruikelijke verbale en non-verbale aanwijzing. Iemand met een luidde stem is dan fijn om in de groep te hebben. Zo verraste Twan mij vandaag ontzettend met zijn stem. Ik reed ergens bij Oud Gastel naast hem waar we op dat moment links af moesten slaan en daar hoorde ik Twan met een luidde, diep resonerende en musculaire kreet “LINKS” roepen. Jemig wat het stem mensen! Vergeleken daarmee is de stem van Mario er eentje van een 4 jarig meisje…. Sterker nog; ik denk dat als ik een vrouw was geweest, ik direct zwanger zou zijn geweest van die musculaire stem!
Nou ja, overdrijven is ook een vak, maar het was toch de moeite waard er een vermelding van te maken in dit verslag.
Vanaf Vroenhout hadden we de wind op kop en rond Schijf kregen we wind weer in de rug. Ach zo gaat dat in een rondje he. Bij het viaduct over de A58 bij Bosschenhoofd zag ik vervolgens voor het eerste zwarte rook opstijgen bij Etten-Leur. Hoewel ik het toen nog niet door had zouden deze zwarte wolken later mijn onheil compleet maken.
Ons verder niets aantrekkend van de zwarte wolken, trokken we alles toch maar weer op een lint en met 40+ km/h werden Bosschenhoofd en Oudenbosch afgeraffeld. Na Oudenbosch kwam echter de man met de hamer bij mij langs. Die Martien was zo ontzettend hard op kop aan het rijden dat, tegen de tijd dat ik over moest nemen, er niets meer in mijn benen zat. Wanhopig probeerde ik op de Goudbloemsedijk nog te roepen dat we moeten draaien, maar het mocht niet baten. Bij de fietsersbrug over de Mark zat ik er helemaal door heen en dit bleef niet onopgemerkt. Als een groep leeuwen die bloed roken werd er nog een tandje bij gezet en 1 kilometer later pakten de zwarte wolken uit Etten-Leur zich boven mijn hoofd samen, reed ik de lucht van verbrand plastic in en zag ik mijn sportvrienden aan de horizon verdwijnen. Gelukkig werd dit op tijd opgemerkt en kwam Gerben mij halen (bedankt Gerben). De rest hield gelukkig ook even in en met de adhoc beslissing om naar onze stamkroeg d’n Elsakker te gaan had ik weer een doel om voor te strijden.
Aangekomen bij de stamkroeg incasseerde ik de nodige grappen over mijn slechte benen. Eentje daarvan heb ik nog onthouden, die was van Flip; “dat ik jou er nog eens vanaf heb kunnen rijden.” Een mooie en terechte opmerking mijnsziens waaruit blijkt dat elke poging om Flip voor de sport te winnen overbodig is. Welkom terug Flip!
Tot volgende week.
Groet, Thijs